Oordelen

BLOG

14 april 2019
Mechanisch kwetteren

Ik had mezelf getrakteerd op een persoonlijke retraite. Lekker een paar dagen naar Engeland, van mijn eigen gezelschap genieten en me laten inspireren door het gedachtegoed van Krishnamurti. Die man raakt iets in me aan, hij spreekt een taal die ik kan verstaan en ten diepste resoneert in mij. De kunst is me niet te focussen op deze man of hier een nieuw soort zekerheid of identiteit aan te ontlenen, want dan doe ik precies het tegenovergestelde van wat hij vertegenwoordigt.

Er waren een 20-tal deelnemers in de groep en we hadden samen dialogen. Wat heb ik innerlijk ‘hard’ gewerkt tijdens deze dagen. Het gedachtegoed van Krishnamurti gaat over de illusie van psychologische veiligheid (gericht op status, kennis, geloof, je baan, diploma’s, partner etc.) en de kunst om zonder oordelen in het leven te staan. Dit alles kan leiden tot een niet mechanisch leven, maar een leven in vrijheid zonder dat het egocentrisch wordt.

Zo’n groep is een interessant fenomeen en roept bij mij ook altijd een vorm van spanning op. Ik was daar voor mezelf, niet voor de/een groep. Telkens innerlijk waarnemen en registeren: pas ik me nu aan of is dit mijn eigen behoefte? Praat ik, omdat ik écht iets wezenlijks te zeggen en te delen heb of praat ik om te praten vanuit de beklemmende behoefte om gezien te worden of omdat ik denk dat het zo hoort?

Het waren soms twee gescheiden werelden voor mij, het gedachtegoed en video’s van Krishnamurti en dat wat er plaatsvond in de groep. Als we geloven in niet oordelen, waarom wordt er dan gesproken over deelnemers als ze er niet bij zijn? Als de stilte zo belangrijk en waardevol is, waarom kwettert men er dan op los waardoor alle aandacht en kostbaarheid vervliegt. Als beelden uit het verleden iedere nieuwe ontmoeting en ervaring in de weg staan, waarom worden deze dan geprojecteerd op een nieuwe situatie in het hier en nu?

Ieder van ons heeft de keuze in het huidige moment anders te kijken en te reageren. Dit betekent loslaten van dat wat je dacht, waar je zekerheid aan hebt ontleend en waarmee je je hebt geïdentificeerd. Krishnamurti is fysiek dood, maar leeft als geen ander voort. Hij wil geen goeroe zijn en erkenning, hij hoopt dat ieder van ons ‘zijn’ gedachtegoed ten diepste doorziet en doorvoelt en dit gaat veel verder dan het lezen van zijn boeken. Het voelt alsof er een nieuw zaadje is geplant. Hij is niet god of wat dan ook, hij is de manifestatie van iets wat in ons allen aanwezig is, maar door conditionering vaak achter een hoge muur lijkt te zijn verdwenen.

Met compassie zien wat er werkelijk is (inclusief de angst en het leed), komen we samen een heel eind. Het gaat niet over wat ik lees of weet over dit gedachtegoed, maar dat wat ik er daadwerkelijk mee doe. Niet ergens bij willen horen of mezelf mee identificeren, me onbevooroordeeld openstellen voor nieuwe momenten en ontmoetingen, uit een groef komen en blijven en oog in oog staan met mijn angsten. Dat is soms snoeihard werken in combinatie met ont-ploeteren. Waarbij ik telkens weer mag ervaren dat stilte een taal is die voorbij woorden gaat.

Door het opbouwen en vastzetten van beelden en leven vanuit je herinneringen, schep je verdeeldheid. In ieder van ons ligt de hele mensheid omsloten, de wereld dat ben jij. Ik ben weer veel te weten gekomen over het leven en mezelf en aan de andere kant kan ik met geen mogelijkheid weten wat waarheid is, want dat is iets levends.

Renate O’Prinsen